Aanvragen voor een certificaat van vakbekwaamheid moeten worden ingediend bij de DDPP van de prefectuur in jouw departement. Om hiervoor in aanmerking te komen, verwijzen we je naar het onderstaande decreet van 12 december 2000 waarin de kwalificaties en voorwaarden voor beroepservaring worden uiteengezet. Dit zal de MINIMUMVAKBEKWAAMHEID bepalen die door de autoriteiten wordt vereist voor de soort waarvoor je een aanvraag indient, afhankelijk van je kwalificaties, ervaring en professionele achtergrond. Aarzel niet om contact op te nemen met de sollicitatiedienst.
https://www.legifrance.gouv.fr/loda/id/LEGITEXT000021122566/
Er is geen aanvraagformulier als zodanig, maar er is wel een formulier dat u moet volgen. De sollicitatie hangt af van uw ervaring, kwalificaties, carrièrepad en de gevraagde soort. Het is belangrijk dat je geen aanvragen kopieert die door andere houders zijn ingediend, omdat dit een persoonlijke aanvraag is die afhangt van je achtergrond en ervaring met niet-gedomesticeerde soorten. Hierboven zie je het aanvraagformulier dat door de Var DDPP is toegestuurd en dat je kunt gebruiken om je aanvraag samen te stellen.
Het bewijs van vakbekwaamheid alleen is niet genoeg om de aangevraagde soorten te mogen houden. Je hebt ook een vergunning nodig om een inrichting voor niet-gedomesticeerde soorten te openen. Het zijn deze twee administratieve toelatingen en de soorten die vermeld staan in je vestigingsvergunning die je het recht geven om de soorten te houden of te kweken waarvoor je de toelatingen hebt verkregen.
Aarzel niet om contact met mij op te nemen als u vragen hebt.
BIJLAGE I
AANVRAAG BEKWAAMHEIDSATTEST VOOR HET VERZORGEN EN FOKKEN VAN NIET-GEDOMESTICEERDEDIEREN
(Art. L. 413-2 en Art. R. 413-4 van de milieuwet)
De aanvraag voor een getuigschrift van vakbekwaamheid moet gestuurd worden naar de prefect van het departement waar de aanvrager woont,
moet de volgende informatie bevatten:
I. De aanvraagbrief voor een bekwaamheidsattest :
De aanvraagbrief dient als volgt te luiden:
“Ondergetekende (naam en voornaam) dient hierbij een aanvraag in voor een getuigschrift van vakbekwaamheid voor het hobbymatig/beroepsmatig (met winstoogmerk) fokken van landbouwhuisdieren
van niet-gedomesticeerde soorten. Ik verklaar op erewoord dat de gegevens die ik in deze aanvraag heb verstrekt juist zijn
in deze aanvraag”
De aanvraag moet worden gedateerd en ondertekend.
Het is belangrijk dat alle hieronder beschreven informatie wordt opgenomen in de aanvraagbrief voor een getuigschrift van vakbekwaamheid, zodat de exameninstantie een weloverwogen beslissing kan nemen
bekwaamheidsattest zodat de exameninstantie (DDPP) duidelijk het doel van de aanvraag kan identificeren voordat ze de aanvraag initieert
de aanvraag.
A – IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER
❑Voor- en achternaam
geboortedatum en -plaats
❑ Huidig beroep
❑Woonadres
telefoonnummer
❑Elektronisch adres
B – ACTIVITEITEN WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT
❑Hobbyfokkerij
❑Professionele fokkerij
❑Professioneel fokken: afschrikactiviteiten met roofvogels, verzorging van wilde dieren.
C – LIJST VAN DIERSOORTEN WAARVOOR EEN GETUIGSCHRIFT VAN VAKBEKWAAMHEID IS VEREIST
VEREIST IS (1)
❑ Soorten of groepen van soorten waarvoor de maximumaantallen zijn vastgesteld in de kolommen b) en/of c) van bijlage 2 bij het besluit van 8 oktober 2003
bijlage 2 van het besluit van 8 oktober 2018 tot vaststelling van de algemene voorschriften voor het houden van niet als huisdier gehouden dieren
voor de exploitatie van voorzieningen voor het fokken en houden van dieren van niet-gedomesticeerde soorten: specificeren welke.
(wetenschappelijke en in de volksmond gebruikte namen).
❑ Soorten of groepen van soorten die, ongeacht het aantal gehouden dieren, vallen onder kolom a van bijlage 2 van het voornoemde besluit
van 8 oktober 2018 waarnaar hierboven wordt verwezen: de zoölogische klasse vermelden.
D – AANVULLENDE VEREISTE DOCUMENTEN
❑Kopie van de nationale identiteitskaart of de eerste vier bladzijden van het paspoort
❑Een verklaring op erewoord van de aanvrager dat hij/zij niet is veroordeeld door een
strafrechtbank
II. DIPLOMA’S EN BEROEPSERVARING
Alle documenten die nodig zijn om de geldigheid van de behaalde diploma’s en de opgedane beroepservaring aan te tonen, moeten worden overgelegd
moeten worden overgelegd. Aan de hand van deze documenten kan het onderzoeksorgaan de ontvankelijkheid van de aanvraag beoordelen met betrekking tot de
de kwalificaties en de ervaring die worden vereist door de geldende regelgeving (decreet van 12 december 2000, zoals gewijzigd
waarin de kwalificaties en beroepservaring worden uiteengezet die vereist zijn volgens artikel R. 413-5 van de Code de l’environnement
l’environnement voor de afgifte van het getuigschrift van vakbekwaamheid voor de verzorging van niet-gedomesticeerde dieren).
Deze documenten worden hieronder beschreven:
METHODEN VOOR HET VERWERVEN VAN VAARDIGHEDEN
Deze elementen moeten worden gepresenteerd in de vorm van een gedateerd en volledig curriculum vitae, vergezeld van documenten die de gedane uitspraken rechtvaardigen
verklaringen. In het geval van een aanvraag tot verlenging van een getuigschrift van vakbekwaamheid moet het volgende bij de aanvraag worden gevoegd
kopieën van getuigschriften van vakbekwaamheid waarover de aanvrager reeds beschikt.
❑Initiële opleiding op het gebied van dierbiologie en veehouderij
De aanvrager moet aangeven over welke diploma’s hij beschikt en kopieën bijvoegen.
❑Stages, ervaring in het houden van dieren
De kandidaten moeten hun ervaring beschrijven, in de vorm van stages, verenigingen of persoonlijke fokervaring, enz
persoonlijke fokervaring, enz. Ze moeten de diersoort, duur en locatie van de ervaring specificeren. Ze moeten
de bijbehorende opleidingscertificaten bijvoegen, in het bijzonder voor niet-professionele fokbedrijven
opleidingscertificaten afgegeven door erkende nationale verenigingen.
❑ Deelname aan verenigings- of beroepsactiviteiten met betrekking tot dieren of de
natuurbescherming
De aanvrager moet zijn of haar vrijwillige of betaalde activiteiten binnen dieren- of natuurverenigingen beschrijven
verenigingen. Hij/zij voegt de bijbehorende certificaten bij (kopie lidmaatschapskaart, enz.).
❑Bibliografie en andere middelen ter vergroting van de kennis
De kandidaten kunnen referentiewerken (en andere middelen ter verbetering van hun kennis, zoals bezoeken aan instellingen, seminars, enz.)
zoals bezoeken aan inrichtingen, vergaderingen met mensen die deskundig zijn op het gebied van in het wild levende dieren
) die zij in het kader van hun beroeps- of persoonlijke opleiding hebben gebruikt.
III. HET PROJECT VAN DE AANVRAGER: BESCHRIJVING VAN DE FACILITEITEN EN
EXPLOITATIEVOORWAARDEN VAN DE INRICHTING
De beschrijving van het project van de aanvrager (of van de structuur en de werking van de bestaande inrichting in het geval van
regularisatie van een onregelmatige situatie) stelt de onderzoekende dienst en de leden van de Commissie in staat om de volgende elementen te beoordelen
de aard, de landschappen en de locaties om de bekwaamheid van de aanvrager en de geloofwaardigheid van het project te beoordelen in het licht van
de geloofwaardigheid van het project ten opzichte van de reglementaire en fysiologische vereisten van de dieren.
Het project moet verschillend worden voorgesteld naargelang de aanvrager :
– zijn of haar situatie als bedrijfsleider die de genoemde functies in een bestaande inrichting uitoefent, regulariseert ;
– nieuwe taken op zich neemt als verantwoordelijke voor de verzorging van niet-gedomesticeerde dieren in een bestaande inrichting; of
bestaande inrichting ;
– een inrichting oprichten waarin hij verantwoordelijk zal zijn voor niet-gedomesticeerde dieren;
– een principieel project ter verkrijging van een getuigschrift van vakbekwaamheid voor de eventuele toekomstige uitoefening van de functies van
de zorg voor niet-gedomesticeerde dieren.
In het geval van een bestaande inrichting dient de aanvrager zich in te spannen om :
– de kenmerken en de werking van de instelling te beschrijven
– de aspecten te belichten die naar hun mening moeten worden verbeterd;
– de oplossingen voor te stellen die hij voorziet voor het geval hij verantwoordelijk wordt voor niet-gedomesticeerde dieren in deze inrichting
soorten binnen deze inrichting.
De informatie die in het aanvraagdossier moet worden opgenomen, is hieronder opgesomd.
IDENTIFICATIE VAN DE INRICHTING(2)
❑ Naam van het bedrijf
❑Adres van de plaats van bewaring (indien verschillend van dat van de aanvrager)
handelsregisternummer
❑Datum van opening
❑Beginddatum van het werk in de inrichting
❑ Oppervlakte van de inrichting
❑Soorten of groepen niet als huisdier gehouden soorten (wetenschappelijke en in de volksmond gebruikte namen) en aantal exemplaren
van elke gehouden soort
III.1 SPECIFIEKE ASPECTEN VAN DIERVERZORGING (ZOÖTECHNIEK)
Voor elke soort of groep van soorten die onder dezelfde omstandigheden worden gehouden en verzorgd, moeten in het dossier de volgende gegevens worden vermeld
de volgende informatie(3) :
A – NIET-GEDOMESTICEERDE SOORTEN OF GROEPEN VAN SOORTEN
❑Wetenschappelijke naam/namen van de soort of groep niet-inheemse soorten
❑ Voorgenomen samenleven van verschillende soorten: specificeer welke soorten
❑Wijze van sociale organisatie, gedragskenmerken
❑Mogelijk gevaar voor mensen
❑Mogelijke beschermingsmaatregelen: specificeren welke
B – DIERENVERBLIJVEN
❑ Algemeen plan van de voorzieningen, situering in de omgeving (ten opzichte van derden en andere persoonlijke activiteiten)
activiteiten)
❑ Aard van de vaste inrichting: leefruimte, kooi, volière, terrarium, vijver, aquarium
❑Afmetingen (lengte, breedte, hoogte)
❑Dichtheid van de dieren
❑Materiaal voor de wand van de voorziening
❑Soort bodem
❑Toegevoegde barrières of andere middelen om contact tussen mens en dier te voorkomen
❑Verwarming (type en gewenste temperaturen)
❑Kunstmatige verlichting
❑Ventilatiesysteem
❑Hygrometrieniveaus
❑Inrichting van de faciliteit: methoden voor milieuverrijking
❑Opvang- en fixatiemateriaal
❑Karantaineruimte: beschrijf de specifieke kenmerken ervan
C – VOEDING
voeding
vis
❑Vitamine- en mineralensupplementen
❑Frequentie en tijdstippen van toediening en vervanging
❑Andere mogelijke bijzonderheden en voorzorgsmaatregelen met betrekking tot het dieet
D – VOORTPLANTING
❑Leeftijd van geslachtsrijpheid
❑ Broedseizoen
❑Seksuele dimorfie
❑Middelen om de voortplanting te controleren
E – ZIEKTEPREVENTIE
❑Belangrijkste ziekten van de soort of groep soorten
❑Sanitaire maatregelen voor het binnenbrengen van dieren
❑Permanente gezondheidsmaatregelen
❑Veterinaire bijstand (naam, adres) (2)
❑Medische profylactische maatregelen
❑Andere maatregelen
F -HYGIËNEMAATREGELEN
❑Reiniging en ontsmetting (methoden, frequentie, producten)
III.2. ALGEMENE ASPECTEN VAN DE WERKING VAN DE INRICHTING
A – VOORSCHRIFTEN
geldende regelgeving
❑Wettelijke status van niet-gedomesticeerde soorten en praktische gevolgen
❑Uittreksel uit het register (2)
De aanvrager kan bij zijn aanvraag alle documenten (foto’s, aanvullende plannen) voegen die hij nuttig acht
nuttig acht.
(1) Voor het opstellen van de lijsten van soorten of groepen van soorten in de aanvraag moeten de volgende taxonomische werken worden gebruikt
referentiewerken worden gebruikt:
– Voor zoogdieren: Mammal Species of the World van Wilson en Reeder, editie 2005;
– Voor vogels: The Howard and Moore complete Checklist of the Birds of the World door Howard en Moore, uitgave 2003.
Voor andere soortengroepen moeten de bibliografische referenties van de gebruikte taxonomische werken worden vermeld.
(2) Alleen vermelden als de inrichting al bestaat.
(3) In het geval van een aanvraag tot verlenging van een certificaat van vakbekwaamheid hoeven deze gegevens alleen te worden verstrekt voor
alleen voor de soorten waarvoor de aanvrager het certificaat wil verlengen en niet voor de soorten
waarvoor het bewijs van vakbekwaamheid al is afgegeven